Het thema van het verdorpstedelijken (Urban The Village) bouwt verder op de studio Re-Village. Maar hier ligt de focus op het kwalitatief verdichten en versterken van dorpskernen. Als gevolg van de water problematiek in de Zwalmvallei in Oost-Vlaanderen moeten er in Zwalm 110 woningen plaats maken voor het water. Deze woningen zullen een andere plek moeten krijgen in de gemeente. Een klein deel kan opgevangen worden in Munkzwalm, het hoofddorp dat zijn dorpelijkheid verloren heeft. Het grootste deel van de woningen zullen een plek krijgen in Sint-Denijs-Boekel-Station. Een verkeersknooppunt met resten van dorpelijkheid, maar vooral veel potentie om te verdichten.
Sint-Denijs-Boekel-Station nu
Sint-Denijs-Boekel-Station bevindt zich in landbouwgebied en heeft drie kanten. Ten eerste is er de dorpsstraat die langs het station loopt, hier vinden we waardevol patrimonium & dorpse voorzieningen. De tweede kant is de typische lintbebouwing, deze reikt tot de nabijgelegen dorpen en bestaat uit open- en halfopen woningen. De derde kant is de achterkant van het dorp, het landschap. Dit landschap is makkelijk te bereiken van aan het station en hier is meteen de Peerdestokbeek te zien die zich een weg door het landschap baant.
Ambities
Het dorp heeft nood aan een aantal ingrepen. De eerste ingreep zal focussen op het station. Dit station is de katalysator van het project, de reden dat Sint-Denijs-Boekel het uitgelezen dorp is om kwalitatief te verdichten. De tweede ingreep zal toespitsen op een omleidingsweg en de Peerdestokbeek. De derde ingreep is de bouwopgave zelf, zowel op kwantitatief vlak en op kwalitatief vlak.
1. De stationsomgeving
Het station van Sint-Denijs-Boekel is voornamelijk gefocust op de auto, alle open ruimte wordt ingenomen door versnipperde parkeervoorzieningen. Verder zijn er een Frituur en twee cafés, maar deze hebben ook hun terras op de parking. Ook zijn er een aantal vervallen gebouwen en zeer veel groen dat al te zien is vanop het perron.
Om weer meer ruimte voor dorpse activiteiten, de natuur en de bewoners van het dorp te creëren willen we de stations/dorpsstraat verkeersvrij maken. We combineren dit met de ambitie van Infrabel om de overwegen in België te sluiten, meestal is dit een last, maar wij zien dit als een kans. Door de overweg te sluiten voor auto's en een alternatief te ontwerpen voor fietsers en voetgangers zorgen we ervoor dat het dorps over de spoorweg heen verbonden blijft en er meer ruimte voor de inwoners is. Deze ruimte komt er in vorm van een verlaagd plein onder de sporen door. Zo kan de ingewikkelde verkeersstroom opgevangen worden, maar is de onderdoorgang meer dan enkel een tunnel. Er zullen zich functies en dus ook gevels bevinden op het verlaagde plein.
Het station is de gangmaker van het masterplan, dit mag dus ook opvallen en zichzelf aankondigen. Dit doen we door een lichte luifel toe te voegen die gedragen wordt door een massieve kolom. Zo blijft het zicht over de spoorweg gevrijwaard, maar is de luifel al te zien van verder weg.
2. De beek en de weg
Om de stationsomgeving te vrijwaren van de auto moeten we een alternatieve route voorzien. Als we dit niet doen zal het probleem zich gewoonweg verplaatsen naar de nabije dorpen. Voor de locatie van deze weg hebben we de verkeersstromen geanalyseerd. Hieruit kwam voort dat de beste locatie ten Westen van het dorp is, zo zullen de grootste verkeersstromen het dorp vermijden. Aan deze kant van het dorp bevindt zich ook de Peerdestokbeek, deze vormt een klein dal. Dit dal, samen met de spoorwegtalud zorgt voor een hoogte van ongeveer 5m op de kruising van beide structuren.
Dit is dus de ideale locatie om een onderdoorgang te maken voor zowel de nieuwe weg, als de beek en het trage verkeer. Deze nieuwe weg geeft ons de kans om op een duurzamere wijze om te gaan met de waterhuishouding van de beek. Ten eerste openen we het talud sterk, om bij te dragen aan de landschappelijke ervaring en genoeg plaats te bieden aan natuur en water. De volgende ingrepen hebben betrekking tot de waterhuishouding. Door de opening zal het water sneller afgevoerd worden naar de Zwalmrivier, mogelijk draagt dit dan bij tot de overstromingsproblemen. Om dit te vermijden voorzien we overstromingsgebieden om het teveel aan water op te vangen, en plasdrasoevers om het water te vertragen en de kans te geven in te sijpelen.
3. De Bouwopgave
De twee voorgaande ingrepen baken samen een gebied af. Dit gebied is dichtbij het station gelegen en is dus de uitgelezen plek om kwalitatief te verdichten om de bouwopgave op te vangen. De oostkant van de site sluit aan op het dorp en de westkant op het landschap, we moeten hier dus op een andere manier op reageren. We maken gebruik van de open kavels en oude voetpaden om de site te betreden. Aan de hand hiervan hebben we een strategie ontwikkeld om om te gaan met de site. In het noorden gaan we de oorspronkelijke bossen terugbrengen alsook de historische landbouw-erven. Aan de zuidkant voorzien we collectieve hoven die reageren op het landschap, reageren we op het bestaande weefsel door rug aan rug te bouwen.
Om het masterplan vorm te geven zijn we uitgegaan van wat voor ons belangrijk was. De publieke ruimte van het dorp moet versterkt worden, en grote private buitenruimtes moeten vermeden worden. We zijn het ontwerp gestart vanuit de leegte en de publieke ruimtes. Deze vormen een centrale as waar er openheid en smalle doorgangen een dynamiek brengen in deze ruimte. Een tweede belangrijke aspect zijn de collectieve ruimtes en de achterkanten van de woningen. Een collectieve ruimte is een plek waar de bewoners van het dorp kunnen samenkomen, maar ook waar ze hun dagelijkse leven kunnen leven. Doorheen de site hebben we op tactische plaatsen dorpse bakens voorzien, zoals een sporthal of een supermarkt. Deze zijn georiënteerd aan de toegang naar de site, zo kondigen ze zichzelf aan en trekken ook aan.
De verdere specifieke uitwerking is opgedeeld in drie thema's. Het eerste thema zijn de dorpse bakens en het toekomen op de site. Het tweede thema is het verweven van korrels en het laatste thema is de dorpse detaillering.
1. Toekomen met dorpse bakens.
De dorpse bakens zijn doorheen de site geplaatst op zichtlijnen of aan de toegang tot de site. Zo kondigen ze het project aan, en trekken ze bezoekers ook verder naar het binnengebied. De bakens bestaan voornamelijk uit publieke gebouwen die zich in hun architectuur onderscheiden van de woningen. Op de onderstaande afbeeldingen is de noordelijke toegang aan het stationsplein te zien. Aan de linkerkant bevindt zich het Ontmoetingscentrum. Rechts zien we een handelszaak, deze leunt qua vormgeving aan bij de woningen, maar differentieert zich met details. Het OC gebruikt andere materialen en kleuren, dit gaan we ook terug zien bij de andere publieke gebouwen zoals de sporthal. Door dit materiaalgebruik kondigen de publieke gebouwen zichzelf aan zonder te schreeuwen.
2. Het verweven van korrels
Het verweven van de grote en de kleine korrels zoals de supermarkt en de sporthal met de woningen vormt een uitdaging. Hedendaags wordt deze uitdaging uit de weg gegaan door middel van sportcampussen of baanwinkels. Wij willen deze functies integreren in het dorp. Hierna geven we het voorbeeld van de sporthal. Deze bevindt zich aan de rand van de site, met aan de ene kant het landschap en de sportvelden en aan de andere kant het collectieve hof. De sporthal zoek de spanning op met de omliggende woningen, maar trekt zich ook terug om zo het hof te openen en af te sluiten.
Rond het hof liggen de achterkanten van de woningen, meer bepaald de leefruimtes. Tussen het hof en de woningen bevindt er zich een galerij, deze is het verlengde van de woning en kan toegeëigend worden. Door hier gebruik van te maken kunnen de bewoners deel nemen aan het leven in het hof.
3. Wonen in dorpse architectuur
Het ontwerpen van meer dan honderd woningen brengt logischerwijs repetitie met zich mee, maar hoe doorbreken we deze om toch de dorpse schaal te behouden? Om onze werkwijze te illustreren zoomen we in op één rij woningen. Deze woningen bevinden zich aan de publieke dries, maar ook aan een collectieve tuin, ze kunnen dus deelnemen aan het collectieve en het publieke leven. Om de connectie naar beide kanten te vergroten, maar ook om het volume op te breken, schuiven we met de plannen van de woningen. Door één helft voor of achteruit te schuiven creëren we een erker voor de keuken, hierdoor is er vanuit de keuken aan panoramisch zicht naar de erker. De verschuiving zorgt aan de achterkant voor een private buitenruimte die uit het volume gesneden wordt.
In volume voorzien we dus een ritmische opbreking, maar op materialiteit doen we dit ook. Door bijvoorbeeld de woningen met platte daken een andere detaillering te geven, voorzien we betekenisvolle verschillen.